Stichting Vestingstad Heusden

 

Geschiedenis van Heusden

 

 

Heusden, kleine gemeenschap met stadsrechten. Vestingstad door de eeuwen heen. Een stad waar de geschiedenis haar sporen heeft nagelaten. Gebouwd, verwoest, verbrand en verwaarloosd, maar telkens weer uit de as herrezen. De heren van Heusden - oorspronkelijk wonend op een kasteel bij wat nu Oudheusden heet- besloten in de twaalfde eeuw een nieuwe burcht te bouwen in een drassig terrein tussen de Oude en de Nieuwe Maas. Dit kasteel was een van de eerste waterburchten in de Lage Landen. In de loop der eeuwen werd deze burcht aanzienlijk uitgebreid tot in 1680 de bliksem insloeg in de 40 meter hoge toren die diende voor munitie-opslag. Het kasteel werd volledig verwoest en de stad zelf liep enorme schade op. 


In de 13e eeuw ontwikkelde zich tussen het kasteel en de Nieuwe Maas (tegenwoordig Bergsche Maas) een krachtige nederzetting. In de 14e eeuw verrezen de eerste stadsmuren met poorten en rondelen (muurtorens), dankzij de inspanningen van de Hertog van Brabant. Het geslacht van de Heren van Heusden stierf in de 14e eeuw uit. Door de ligging op een "drielandenpunt" (Graafschap Holland, Hertogdom Brabant en Hertogdom Gelre) brak strijd uit om het bezit van de heerlijkheid Heusden. De Graaf van Holland trok uiteindelijk aan het langste eind. Zo werd Heusden tot 1815 een Hollandse Vesting in Brabants land. 


In de 16e eeuw raakte Heusden betrokken bij de Opstand tegen Filips II (de Tachtigjarige Oorlog). Heusden werd tussen 1580 en 1589 omwald met bastions en grachten, die tijdens het twaalfjarig bestand (1609 – 1621) spectaculair werden uitgebreid. Het strategisch belang van de vesting Heusden was groot, als onderdeel van de zuidelijke linie om Holland te beschermen. Nadat Heusden ook nog een rol mocht spelen in de Franse Tijd (1795 – 1813) besloot Koning Willem I dat Heusden als vestingstad kon worden afgeslankt. Omdat Heusden financieel grotendeels afhankelijk was van haar militaire status, slopen verval en armoede al snel door de straten en de grote huizen. 

De Tweede Wereldoorlog leek de genadeklap te geven aan het verarmde en vermoeide stadje. Het prachtige stadhuis werd door de bezetter volledig verwoest, waarbij 134 inwoners onder de puinhopen hun leven lieten. Er werden plannen gemaakt om de hele stad met haar vestingwerken af te breken voor moderne nieuwbouw. Gelukkig groeide in de zestiger jaren van de vorige eeuw de visie naar een nieuwe toekomst en kwam de restauratie van stad en vestingwerken op gang.